Tabel: Het nuttig effect van medicamenteuze cholesterolverlaging in secundaire preventie

DE HUIDIGE VISIE OP HART- EN VAATZIEKTEN MOET WORDEN HERZIEN

De huidige visie op cholesterol blijkt bij nader inzien niet te kloppen. Zowel het probleem als de oplossing zitten heel anders in elkaar dan de meeste artsen en hartpatiënten veronderstellen. Onafhankelijk journalistiek onderzoek op basis van de beste geschreven en gesproken wetenschappelijke bronnen toont aan dat cholesterol niet de oorzaak is van hart- en vaatziekten. Cholesterol is een van de symptomen bij een ziekteproces dat grotendeels te voorkomen is en zelfs deels te genezen, ontdekken steeds meer artsen, die daarom dan ook spreken van een cholesterolmythe.

Zelfs de voorstanders van de huidige cholesteroltheorie moeten erkennen dat cholesterol ‘een essentieel onderdeel is van de normale fysiologie, niet alleen tijdens ontwikkelingsstadia, maar ook in het volwassen leven’, om arts-epidemioloog Dick Bijl te citeren. Sterker, cholesterol heeft een beschermende, helende functie in het lichaam. ‘Alle cholesterol is goed’, zegt de Amerikaanse arts-onderzoeker Peter Attia dan ook terecht.

Ondanks de positieve rol van cholesterol ben ik bijna mijn vader verloren aan wat een te hoog cholesterol wordt genoemd en neemt hij statines, cholesterolverlagende medicatie. Net als ruim 3,5 miljoen andere patiënten in Nederland en België. Wat is hier aan de hand? Een vraag die in belang toeneemt als je bedenkt dat ondanks alle medicatie cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie laten zien dat een derde van de jaarlijkse overlijdens wereldwijd het gevolg is van hart- en vaatziekten.

Verwarrend? Niet als je beseft dat de cholesteroltheorie is gebaseerd op misvattingen die voor een deel zelfs zijn terug te voeren op misleiding. Dat klinkt niet aardig, maar is wel aantoonbaar. De feiten laten zien dat de cholesteroltheorie geen stand houdt en wijzen in één moeite door naar wat dan wel de oorzaken en de oplossingen kunnen zijn.

Er is veel onderzoek gedaan naar de validiteit van de cholesteroltheorie. De wetenschap erachter is uitgebreid tegen het licht gehouden. Dat leidde tot een aantal pijnlijke ontdekkingen. Een ervan is dat er gebruik is gemaakt van een gewiekste vorm van manipulatie, een waar zelfs getrainde artsen in tuimelen, om van de media nog maar te zwijgen. Een voorbeeld hiervan uitte zich in een grote advertentiecampagne van cholesterolverlager Lipitor, een van de meest succesvolle producten uit de menselijke geschiedenis. De campagne claimde een 36 procent lager risico op hartaanvallen. Een claim die het resultaat is van een handigheid die wel vaker wordt toegepast door de farmaceutische industrie.

Wie de achterkant bij de rekenkundige lenigheid van de Lipitor-advertentie en het bijbehorende onderzoek bestudeert, wacht een onaangename verrassing. Dan wordt duidelijk dat in de onderzochte statinegroep 98,1 procent hartaanvalvrij bleef, tegenover 97 procent in de placebogroep. Een mooi succes voor het placebo en een verschil van slechts 1,1 procent met de statine, maar wat zich vrij laat vertalen naar een succes van 36 procent; immers, 1,1 is 36 procent van 3, de 3 procent die in de placebogroep een hartaanval kreeg. Op de vaak niet onaanzienlijke bijwerkingen voor de statinegroep na is het een verschil van bijna niets, maar voldoende voor een miljardensucces en een overtuigende advertentiecampagne die nu nog resoneert bij artsen en patiënten. Ook recent nog, in een artikel in het Expert Review of Clinical Pharmacology, is te zien dat de bijdrage van statines aan een gezond hart- en vaatstelsel redelijk bescheiden is. Uit het artikel wordt duidelijk dat er 476 patiënten moeten worden behandeld om bij één van hen het risico op sterven als gevolg van hart- en vaatziekten te reduceren (zie tabel).

onderzoeken laten weinig bijwerkingen zien van statines, terwijl in de dagelijkse praktijk heel iets anders is te merken

Een volgende graag toegepaste poging van de industrie om de realiteit naar haar hand te zetten, gaat over het wegfilteren van deelnemers aan onderzoek die de uitslag ervan negatief kunnen beïnvloeden. Het werkt zo dat zodra in de aanloopfase duidelijk wordt dat mensen niet goed zullen reageren op de medicatie zij vervolgens niet mogen meedoen aan het onderzoek. Vandaar de verbazing soms bij artsen die het ene lezen in hun favoriete wetenschappelijke tijdschrift en het andere constateren: onderzoeken laten weinig bijwerkingen zien van statines, terwijl in de dagelijkse praktijk heel iets anders is te merken.

Een andere beproefde methode om de supertanker van de cholesterolmythe zo lang mogelijk richting grote winsten te laten varen is het wegstoppen van onwelgevallige onderzoeksresultaten in verschillende rubrieken van wetenschappelijke publicaties. Hoe meer rubrieken, des te kleiner de getallen die achter de vermelde problematiek komen te staan en des te rooskleuriger het beeld dat van het medicijn kan worden geschapen. Geestelijke problemen bijvoorbeeld, mogen van de FDA, de organisatie in de VS die toeziet op de medicijnmarkt, in maar liefst 23 verschillende rubrieken worden ondergebracht, zoals poging tot suïcide, geheugenverlies, dementie, depressie en verwardheid. Zou de informatie moeten worden ondergebracht onder het kopje geestelijke problemen, dan zou het flink in het oog kunnen lopen, maar her en der verspreid valt het veel minder op. Soortgelijke kansen tot het oppoetsen van de realiteit zijn er ook als het gaat om de bekende ernstige spierpijnen – die mogen van de FDA worden ondergebracht in elf rubrieken.

Een belangrijke pijler van de cholesterolmythe was de angst voor verzadigd vet en cholesterol in de voeding. Een pijler die al enige tijd aan het afbrokkelen is als gevolg van oude kennis en nieuwe wetenschap. Een andere ontwikkeling die maakt dat de huidige visie op cholesterol kantelt, is het besef dat cholesterol een lichaamseigen stof is die nauwgezet wordt gereguleerd omdat het een cruciale rol speelt bij onze lichamelijke en geestelijke gezondheid. Steeds duidelijker wordt dat cholesterol niet de dader is in de krimi van de dagelijkse 103 dodelijke slachtoffers in Nederland alleen al, maar een redder in nood.
Het lichaam is hyperintelligent. Voortdurend wordt er gesignaleerd of er niet te veel of te weinig is van stofje X of stofje Y – een uitermate geavanceerd systeem. Zou het dan met de cruciale stof cholesterol helemaal misgaan?

Niet alleen cholesterol, maar zelfs kalk en het gevaarlijke lipoproteïne(a), een vorm van LDL-cholesterol, hebben het beste met ons voor. Het zijn drie componenten van een mechanisme dat ons niet dwars wil zitten, maar in werking treedt zodra wij tekortschieten. Bijvoorbeeld door te weinig vitamine C binnen te krijgen en dientengevolge het collageen van onze slagaders verzwakt. Andere voorbeelden gaan over een disbalans tussen de omega’s 3 en 6, te weinig vitamine K2, te weinig co-enzym Q10, vitamine D3 of selenium, om maar wat te noemen. Hun imago is niet zo spectaculair als dat van de cholesterolverlagende medicijnen. Het zijn bescheiden onderdelen van gewone voeding en van supplementen waaraan relatief weinig wordt verdiend, maar kunnen tegelijk wel het verschil maken tussen ziekte en gezondheid. Cholesterol, ziekte en gezondheid – hoe werkt het precies? Cholesterol is onderdeel van een positief bedoelde strategie van ons lichaam. Het komt de verzwakte slagaders verstevigen, als een goedbedoelende stukadoor. Aan ons dus de taak zijn werk te ondersteunen en niet tegen te werken. Dat laatste doen we maar al te vaak, deels zelfs als gevolg van officieel advies, bijvoorbeeld door gezonde vetten te vervangen door margarine, te koolhydraatrijk en suikerrijk te eten of door het gebruik van statines. Als we te ver gaan in onze onbedoelde zelfsabotage is er zelfs voor de vliegende keep cholesterol geen houden meer aan en beland je met spoed op de operatietafel, zoals mijn vader.

de cholesterolmythe is een oud misverstand, gebaseerd op gebrekkige en achterhaalde wetenschap

Er is veel dat je kunt doen om hart- en vaatziekten te voorkomen en zelfs deels om te keren. Een rol hierbij is weggelegd voor vitamine K2. Een van de grootste K2-experts, hoogleraar Leon Schurgers, bezocht ik in de universiteit van Maastricht. Hij vertelde me dat vitamine K2 een bijzondere bijdrage kan leveren aan je gezondheid, als je het in voldoende mate binnen krijgt. Het is in staat om te voorkomen dat het circulerende calcium in de aderen belandt – aderverkalking – en juist op de goede plaatsen zijn goede werk doet: het verstevigen van de botten en het gebit. Sterker, in het geval van aderverkalking kan dit dankzij voldoende vitamine K met terugwerkende kracht worden verminderd, minder verkalking dus.

voldoende vitamine K kan met terugwerkende kracht aderverkalking verminderen

Vitamine K staat dan ook niet voor niets op zowel de long als de short list van de vermaarde wetenschapper Bruce Ames. Op beide lijsten staan overigens ook Q10 en selenium. Professor Ames toont aan dat we in het Westen weliswaar leven in overvloed, maar vaak tekort komen. Hierdoor overleven we de korte termijn, maar hebben we te weinig in huis om ook gezond oud te kunnen worden, legt hij uit. Iets wat om ons heen regelmatig helaas maar al te goed is te zien. De door hem genoemde voedingsstoffen helpen het lichaam gezond te houden, ook als de ouderdom toeslaat of we onszelf tegenwerken als gevolg van een ongezonde kijk op cholesterol. Hoe is die kijk eigenlijk ontstaan?

Met wat we nu weten over cholesterol, de oorzaken van hart- en vaatziekten en wat we eraan kunnen doen, komt de vraag op hoe we in de huidige situatie zijn beland, dus met een incorrecte theorie, een wijdverbreid medicijngebruik en zulke bedroevende ziekte- en sterftecijfers. Voor een antwoord op die vraag ging ik op bezoek bij enkele oudgedienden, mensen die het bouwwerk van de cholesterolmythe hebben zien ontstaan. Een van hen is niemand minder dan een icoon in de cardiologie en tegelijk iemand die weet dat de mythe op drijfzand is gebouwd en niet bang is om dat uit te spreken. Professor Paul Hugenholtz, erelid de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het deel van de medische wetenschap dat zich met dit onderwerp bezighoudt, is misleid door het geloof dat we het cholesterol omlaag moeten brengen in de strijd tegen hart- en vaatziekten. Het is een oud misverstand, gebaseerd op gebrekkige en achterhaalde wetenschap, waar we echt van af moeten.’ Zijn jongere collega, maar toch ook een tachtiger, Paul de Groot, kijkt hoofdschuddend terug op zijn werkzame leven als cardioloog en zegt zich te ‘schamen’ voor wat hij zijn patiënten heeft aangedaan met zijn adviezen het cholesterol te verlagen. Tot op de dag van vandaag is hij bezig met wetenschappelijk onderzoek, waardevol werk dat tegelijk de indruk geeft van een vorm van boetedoening.