EEN NIEUWE BLIK OP CHOLESTEROL
Santé schrijft: Een te hoog cholesterol gold jarenlang als een van de belangrijkste veroorzakers van hart- en vaatziekten. Maar steeds vaker klinkt een ander geluid: is een verhoogd cholesterol wel echt zo slecht als wordt gedacht?
Gooi je tijdens een willekeurig gesprek de term ‘cholesterol’ in de groep, dan is de kans groot dat er een stroom ziekenhuis-verhalen op gang komt waar je u tegen zegt. Over herseninfarcten, dichtgeslibde aderen en meer. Cholesterol, en dan specifiek een hoog cholesterol, wordt al jarenlang gezien als de grote boeman bij hart- en vaatziekten. Blijkt je cholesterolgehalte tijdens een onderzoek bij de huisarts aan de hoge kant, dan is de kans groot dat je meteen naar de apotheek wordt gestuurd met een recept voor statines. Deze cholesterol-verlagers worden door ruim twee miljoen Nederlanders gebruikt, een waanzinnig hoog aantal. Maar is dat echt nodig?
EXTREEM BELANGRIJK
Wat veel mensen niet weten, is dat cholesterol essentieel is voor ons lichaam. En dan niet voor een paar pietluttige dingetjes, er komt een hele waslijst bij kijken. Zo is cholesterol nodig voor het functioneren van cellen, botten, spieren, hersenen, de geheugenfunctie, vetvertering, galproductie, het voortplantingssysteem, de zenuweinden, beweging, de aanmaak van vitamine D en hormonen als testosteron en oestrogeen. Cholesterol is dus een extreem belangrijke stof, je lichaam kan niet zonder. Daarom zijn we voor de toevoer ook niet afhankelijk van externe voedingsbronnen, zoals bij eiwitten en vetzuren, maar kan ons lichaam zélf cholesterol aanmaken. De aanmaak van cholesterol is niet toebedeeld aan één specifieke plek.
Bijna alle cellen in ons lichaam kunnen een portie aanmaken, met als grootste producent onze lever. Het enige wat we daarvoor nodig hebben, is koolstof. Koolstof zit in alle voedingsmiddelen die je kunt bedenken, dus zolang je blijft eten, wordt er cholesterol aangemaakt. Los daarvan krijgen we ook cholesterol binnen via onze voeding. De bekendste cholesterol-leverancier is ei, dat de lijst aanvoert met 210 mg cholesterol per stuk. Maar je vindt cholesterol ook in schaaldieren, orgaanvlees en producten met verzadigd vet, zoals roomboter, melkproducten, chocola, koek en gebak.
De schijnbaar logische conclusie die je zou kunnen trekken, is dat je cholesterol hoger wordt als je cholesterolrijke producten eet. Daarom werd lang geadviseerd om maximaal twee tot drie eieren per week te eten. Maar uit talloze onderzoeken blijkt dat het eten van eieren en andere cholesterolrijke voedingsmiddelen bij gezonde mensen helemaal niet leidt tot hogere cholesterolwaarden in het bloed. Dat hebben we te danken aan onze lever, die automatisch minder cholesterol aanmaakt als je voedingsmiddelen met veel cholesterol hebt gegeten. Krijg je juist weinig cholesterol binnen via je voeding, dan produceert de lever er wat meer van.
GOED EN SLECHT CHOLESTEROL
We hebben cholesterol dus nodig voor aller-lei functies in ons lichaam. Bovendien zorgt ons lijf er via een ingenieus systeem zelf voor dat ons cholesterolgehalte in balans blijft. Waarom heeft het stofje dan toch zo’n slechte reputatie? Daarvoor moeten we volgens deskundigen kijken naar de verschillende soorten cholesterol die worden onder-scheiden: LDL- en HDL-cholesterol. HDL-cholesterol staat voor High-Density Lipoproteïnen en wordt gezien als het ‘goede’ cholesterol. Het veegt je aderen als een soort wegenwacht schoon en voorkomt daarmee ophopingen van ‘slecht’ cholesterol.
LDL-cholesterol is een afkorting van Low-Density Lipoproteïnen. Als er ergens in het lichaam cellen zijn die cholesterol nodig hebben, komt LDL in actie. LDL vervoert cholesterol naar de plek waar dat nodig is. Dat gebeurt bijvoorbeeld als er een zwak plekje, een beschadiging of ontsteking in een ader wordt geconstateerd. Klinkt als een positief verhaal, maar toch wordt LDL ‘slecht’ cholesterol genoemd. Dit komt omdat LDL zich na het vervoeren van cholesterol zou ophopen in de aderen, waardoor het vernauwingen kan veroor-zaken. Die vernauwingen zouden op hun beurt leiden tot hart- en vaatziekten.
DE GROTE BOEMAN
Cholesterol heeft zijn slechte naam dus te danken aan LDL-cholesterol, omdat dit consequent wordt aangetroffen op plaatsen delict. Een voorbeeld: iemand krijgt een hartinfarct. Als de dichtgeslibde aderen vervolgens worden onderzocht, zal daar cholesterol worden aangetroffen. En dat is waar de onzekerheid over cholesterol ontstaat, want is cholesterol op die plek aanwezig geweest om het probleem op te lossen of is cholesterol zélf het probleem? De tweede gedachte is jarenlang heersend geweest, ook omdat er in de medische wereld vanuit werd gegaan dat een lager cholesterol automatisch een beter cholesterol zou zijn. Maar is dat wel zo?
“We moeten cholesterol volgens experts niet meer zien als de grote boeman, maar als een positieve, lichaamseigen en zelfs helende stof”, zegt journalist en verslaggever Daan de Wit, die zich de afgelopen jaren op alle mogelijke manieren heeft verdiept in het onderwerp cholesterol. Het resultaat is zijn boek De cholesterolmythe, waarin hij uitlegt waarom hart- en vaatziekten heel andere oorzaken hebben dan een hoog cholesterolniveau. Zo blijkt uit onderzoek bijvoorbeeld dat mensen met verlaagde niveaus net zo veel aderverkalking vertonen als mensen met hoge niveaus, terwijl het risico op het lijden aan hart- en vaatziekten hetzelfde is of zelfs hoger.
TO THE RESCUE
“Het onderscheid tussen HDL en LDL is onzin, want er is niet zoiets als goed of slecht cholesterol”, aldus De Wit. “Cholesterol als geheel is een belangrijke stof, die na gebruik door het lichaam een andere samenstelling heeft en daarna wordt afgevoerd om te worden hergebruikt. Dat is een natuurlijk en belangrijk proces van ons lichaam, omdat het ons gezond houdt. Het probleem is dan ook niet cholesterol, want cholesterol is juist een deel van de oplossing. Het probleem zit in de plekken waar sprake is van verzwakking, beschadigingen en ontstekingen van de vaatwanden, veroorzaakt door onder meer roken en te veel suikers.”
Als zo’n zwakke plek wordt gedetecteerd, is cholesterol er als de kippen bij om reparaties uit te voeren. Cholesterol to the rescue! “Meestal kan het herstelwerk keurig worden uitgevoerd”, aldus De Wit. “Maar het gaat mis bij mensen bij wie de vaatwanden voortdurend worden beschadigd, omdat ze leven op sigaretten, suikers, geraffineerde koolhydraten en bewerkte producten. Naar al die zwakke plekken en ontstekingen wordt cholesterol gebracht, dat zich op een gegeven moment ophoopt. Wordt er onderzoek gedaan bij iemand die is overleden aan vaatvernauwing, dan zie je daar dus cholesterol. Je kunt dan denken: hé, cholesterol is de dader!”
VERDACHTE BRANDWEER
Je kunt cholesterol volgens De Wit vergelijken met de brandweer. “Stel dat er op een gegeven moment veel branden zijn. Steeds als iets in lichterlaaie staat, zie je de brandweer. Als jij niet weet dat de brand-weer er is om de boel te blussen, kan het gebeuren dat je op een gegeven moment denkt: wat verdacht, elke keer als er brand is, is ook de brandweer aanwezig. De brandweer heeft de boel aangestoken! Een soortgelijk idee is ontstaan over cholesterol, omdat je dat altijd aantreft bij de brandhaard. Een verkeerde diagnose, die teruggevoerd kan worden naar decennia geleden.” Het beroemdste onderzoek naar cholesterol als Het Grote Kwaad is uitgevoerd door de Amerikaanse arts Ancel Keys. Hij zou hebben aangetoond dat er geen verband is tussen cholesterol in voeding en cholesterol in het bloed.
Hij waarschuwde tegen verzadigd vet en een hoog cholesterol. “Er zijn volgens wetenschappers die onderzoek doen naar cholesterol in het verleden fouten gemaakt waarvan we nu nog steeds last hebben”, aldus De Wit.
DE BELOOFDE OPLOSSING
Deze critici krijgen volgens De Wit alleen zelden de ruimte om hun woord te doen, omdat de supertanker al een bepaalde koers had ingezet. “Als jij als cardioloog al dertig jaar op een bepaalde manier werkt en iedereen om je heen – van collega’s tot het Voedingscentrum – doet alles in diezelfde lijn, is het moeilijk om je eigen systeem te gaan bevragen. Het is bij wijze van spreken alsof je je ineens gaat afvragen hoe het ook alweer zit met zwaartekracht. Je gaat ervan uit dat je weet hoe het zit, maar dan blijkt het ineens heel anders in elkaar te steken. Dat is ook het geval bij cholesterol. Het kost tijd voordat iedereen dat kan inzien en accepteren.”
Ondertussen voert De Wit in zijn boek het ene na het andere bewijs aan dat de cholesteroltheorie eigenlijk een cholesterol-mythe is. “Laten we er even van uitgaan dat cholesterol wél de beloofde oplossing zou zijn tegen hart- en vaatziekten”, werpt hij op. “Hoe kan het dan dat er wereldwijd elk jaar bijna achttien miljoen mensen sterven aan de gevolgen van hart- en vaatziekten? Er wordt al ruim een half jaar gesproken over corona en besmettingen, maar in Nederland sterven dagelijks 103 mensen aan hart- en vaatziekten. Veel van die mensen slikken cholesterolverlagers, maar veel lijkt het niet te helpen. Cholesterol is niet de oorzaak, maar een gevolg. Pak de oorzaken aan.”
Er zijn steeds meer wetenschappers die hun vraagtekens zetten bij de miljoenen mensen die dagelijks op advies van hun arts cholesterolverlagers slikken, zo schrijft De Wit in zijn boek. Niet alleen is het effect ervan volgens hem discutabel, het gebruik ervan gaat gepaard met tal van bijwerkingen. “Veel mensen die cholesterolverlagers slikken, hebben spierpijn”, zegt De Wit.
“Dat klinkt niet zo erg, maar het zijn vaak oudere mensen die zo vreselijk veel pijn ervaren, dat ze hun stoel bijna niet meer uit komen. Als je op leeftijd bent en nauwelijks meer in beweging komt, is dat ontzettend negatief voor je gezondheid.”
MIST IN JE HOOFD
Er zijn ook gevallen bekend van mensen die door het gebruik van cholesterolverlagers geestelijk in de war raakten. “Ze werden bijna versleten voor dement, omdat ze het allemaal niet meer wisten”, aldus De Wit. “Dat kan in sommige gevallen snel optreden, omdat je hersenen cholesterol echt nodig hebben. Het wordt zelfs in je brein aan-gemaakt, zo noodzakelijk is het. Je kunt je voorstellen dat het negatieve gevolgen kan hebben als het cholesterolgehalte in je brein door medicatie wordt verlaagd. Bij mensen met hersenproblemen die stopten met de medicatie, zie je dat ze daarna enorm opknapten, alsof de mist in hun hoofd optrok.”
CASHCOWS
Je kunt je afvragen waarom de verlagers überhaupt nog worden voorgeschreven, wat inzichtelijker wordt als je weet dat de farmaceutische industrie er jaarlijks miljarden aan verdient. Statines, de naam van cholesterolverlagende medicijnen, zijn enorme cashcows. Maar hoe los je het probleem dan wél op? In zijn boek legt De Wit uitgebreid uit wat het belang is van gezond eten en het gebruiken van bepaalde vitamines voor een gezond hart en vaatstelsel. Daarbij gaat hij tot in detail in op de materie, door experts op hun eigen vakgebied te citeren. Het gaat dan bijvoorbeeld over de hoeveelheden die je van Q10 nodig hebt, een supplement en tegelijk lichaamseigen stof. Maar ook over de manier waarop je met visolie of liever nog kabeljauwleverolie een hartgezonde omega-3-balans kunt creëren.
SIMPELE STAPPEN VOORUIT
Er is geen kant-en-klare succesformule tegen hart- en vaatziekten, maar overkoepelend kun je stellen dat het allemaal valt of staat bij gezonde voeding, voldoende beweging en de juiste combinatie van supplementen. “Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je genoeg vitamine C en D binnenkrijgt”, aldus De Wit. “Hanteer hierbij niet de ondergrens, maar stel de bovengrens centraal: hoeveel heb jij op dit moment nodig?” Daarbij is het van belang dat je voldoende omega 3 binnenkrijgt, die je kunt kopen in de vorm van visolie. Ook vitamine K2 is essentieel, omdat het een eiwit activeert dat kalk uit je aderen haalt. Kalk hoort in je tanden en je botten, niet in je slagaders.” De overige adviezen voor een gezonde leefstijl komen uit de bekende hoek. Of zoals voeding- en gezondheidsdeskundige Carlo Kool zegt: “Het is eigenlijk heel simpel.” Hij pleit voor niet roken, een gezond gewicht, voldoende beweging, matig en evenwichtige, vezelrijke voeding met gematigd verzadigd vet en suiker, that’s it. “Deze adviezen klinken wat saai, maar dit is wat het beste werkt. In de praktijk blijkt het al moeilijk genoeg. Als je kijkt naar het advies van tweeënhalve ons groentes per dag, dan denk je: dat lukt wel. Maar meer dan tachtig procent van de mensen redt dat niet. Als je meer op dat soort dingen let, zet je al forse stappen vooruit.”